Een literaire vertaling is voor veel lezers de enige manier om iets te weten te komen over een andere nationale literatuur. Andere vormen van kunst als schilderkunst en muziek beschikken over een universele ‘taal’. Maar dat geldt niet voor literatuur. Zeker voor de Nederlandse literatuur is vertalen altijd noodzakelijk om de buitenlandse lezer te bereiken. En áls dat lukt, is daar een lang proces van selectie en receptie aan vooraf gegaan; door bijvoorbeeld de buitenlandse uitgever, de vertaler en de buitenlandse recensent, en uiteindelijk natuurlijk de buitenlandse lezer.
In deze bundel komen verschillende vormen van onderzoek naar de receptie van literatuur uit het Nederlandse taalgebied in het buitenland aan bod. Daaruit blijkt dat de context waarin de vertaalde literatuur functioneert een cruciale rol speelt en dat het optreden van ‘bemiddelaars’ van groot belang kan zijn. En: bibliografisch onderzoek blijft het onontbeerlijke fundament voor elk receptieonderzoek. Daarnaast worden traditionele concepten als ‘nationale literatuur’, ‘de canon’ en ‘receptie’ ter discussie gesteld en komt de ‘onbeschrijfelijke onbeschrijfbaarheid van de Nederlandse literatuur in het buitenland’ aan de orde. Om, net als Herbert van Uffelen, Gerrit Krol te citeren: ‘Toeval dat na de gebeurtenis noodzaak bleek.’
Recensies
“Deze symposiumbundel is in meerdere opzichten geslaagd. Allereerst bevatten de artikelen zonder uitzondering zinnige overwegingen en scherpe observaties, en vooral praktische adviezen, die direct bruikbaar zijn voor toekomstig onderzoek. Mij spreekt vooral de vaak onderbelichte rol van de cultuurbemiddelaar aan, zoals die in de bijdragen van Bay, Broomans en Wikén Bonde naar voren komt. Voorts geeft het boek dankzij de brede aanpak van het thema en de annotaties en de literatuuropgaven een goed overzicht van de ‘state of the art.’ En tot slot zijn de bijdragen over het algemeen heel leesbaar – al vervallen sommige auteurs in hun theoretische onderbouwing een enkele keer in het literatuurwetenschappersjargon waarop Karel van het Reve ooit zijn giftige pijlen richtte.” Diederik Grit in TijdSchrift voor Skandinavistiek, vol. 28 (2007), nr. 1
Francis Mus, Target (2009) 21, 1, 170-173
Lut Missinne, Internationale neerlandistiek (2008) 46, 1: 62-67
Inleiding 1
Herbert Van Uffelen
‘Toeval dat na de gebeurtenis noodzakelijk bleek.’ Over de onbeschrijfelijke onbeschrijfbaarheid van de Nederlandse literatuur in het buitenland 9
Anders Bay
‘Wanneer heeft u voor het laatst een Nederlands boek gelezen?’ De receptie van Nederlandse literatuur in Deense vertaling, 1990–2004 21
Stella Linn
Meten is weten? Kanttekeningen bij de compilatie van een bibliografie als basis voor receptieonderzoek naar de Nederlandse literatuur in vertaling 37
Petra Broomans
Martha Muusses en de drie M’s. Over de studie naar cultuurbemiddeling 57
Werner Scheltjens
De vertaling an sich als vorm van receptie. Een kwantitatief-institutionele benadering, uitgewerkt aan de hand van de Nederlandse literatuur in Russische vertaling 71
Jeroen van Engen
Nederlandse vertaalde literatuur in Slowakije tussen staat en markt: een institutionele benadering 93
Sandra van Voorst
Over de drempel. Nederlandse literatuur in Duitse vertaling 1990–1997 111
Ingrid Wikén Bonde
Van het ene polysysteem naar het andere. De receptie van de Vijftigers in het Zweedse literaire veld 123
Marleen de Vries
Te Nederlands? Over non-vertalingen, beeldvorming en nationale identiteit 147
Susanne Janssen
Grenzeloze literatuur? Een vergelijkend onderzoek naar het internationale gehalte van de literaire berichtgeving in Duitse, Franse, Nederlandse en Amerikaanse kranten in 1955 en 1995 165
Over de auteurs 189