In 1836 is een geologische kartering uitgevoerd van de 57 gemeenten in de provincie Groningen. De resultaten van deze kartering op schaal 1 : 50.000 zijn bewaard gebleven. Een Geologische kaart van Groningen kwam in 1837 gereed – twintig jaar voordat Staringhs geologische kaart van Nederland verscheen. Het is ook een monumentenkaart waarop de ligging en hoogte van 120 wierden in Groningen voorkomen. Waterafvoer en de grenzen van de zijlvestenijen zijn andere thema’s die op de kaart aandacht krijgen.
Ook van eerdere geologische karteringen zijn kaarten bekend, zoals een geologische reliëfkaart van de provincie uit 1827. Alle kaarten worden in de atlas beschreven en afgebeeld. Een gevouwen exemplaar van de geologische kaart van 1837 op ware grootte is in de atlas opgenomen. Ter inleiding wordt beschreven hoe de kaart tot stand is gekomen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het wierdenonderzoek in het begin van de 19e eeuw en de verdere ontwikkeling van de geologische en bodemkartering in Nederland.
De kaarten uit de periode 1825-1839 nemen een unieke plaats in binnen de geschiedenis van de ‘geocartografie’. Ze behoren – wereldwijd – tot de vroegste bodemkaarten die we kennen.
Recensies
Gemma Venhuizen in NRC, 13 maart 2020, https://www.nrc.nl/nieuws/2020/03/13/de-oudste-bodemkaart-van-nederland-a3993675.
Bert Boekschoten in Geo.brief 44, 5 (augustus 2019), pp. 10-12: “Het fraai uitgegeven boek gaat vergezeld van een losse replica van de kaart van Acker Stratingh, en is ruim voorzien van toelichting en illustraties. Reinders’ degelijke onderzoek en soepele schrijfstijl maken dit boek voor Groningers en voor belangstellenden in de wording van de Nederlandse kwartairgeologie tot een aanwinst. Terecht ondersteunde het KNGMG de uitgave. Onze secretaris, dr. Jan Stafleu, gaf tijdens de presentatie een overzicht van de actuele informatievoorziening inzake de Groninger geologie. Helaas staat die zeer in de belangstelling, gezien de aardbevingsproblematiek. Maar de finesses van de oudere Pleistocene afzettingen in Groningen, met de variaties in laat-Pliocene/oud-Kwartaire zand- en grindgronden, alsmede de moeilijk begrijpbare extreme insnijdingen binnen de Peelo-formatie zijn ook uitdagingen voor toekomstig onderzoek. Hoe de huidige kennis van het Groninger oppervlak tot stand kwam, is nu op prettige en erudiete wijze door Reinders vastgelegd.”
Voorwoord 7
Inleiding 9
1 Onderzoek, initiatieven en samenwerking 13
2 Acker Stratingh en Westerhoff, pioniers van het wierdenonderzoek in Groningen 31
3 De eerste geologische kaarten 1825–1830 55
4 Kartering van de grondgesteldheid in 1836 95
5 De geologische kaart van de provincie Groningen 1837 243
6 Geokaarten, classificatie en kartering 265
Summary 295
Bijlagen 301
Literatuur 304
Register geografische namen 308
Register van persoonsnamen 311
Colofon 312